(scroll down for English)
VITRINE, 2018 (NL)
Eva Wittocx
De sculpturen van Paul Casaer vertrekken van het bekende, ze hernemen vormen uit onze dagelijkse omgeving. Hij transformeert ze vervolgens en introduceert ze in een andere context, waardoor ze tegelijk bevreemdend en uitnodigend overkomen, en zo ons kijken bevragen. Paul Casaer plaatst de notie van sculptuur centraal in zijn oeuvre. Hij onderzoekt de bestanddelen waaruit een beeld bestaat en hecht aan een zekere materialiteit. In zijn oeuvre staan een conceptueel vertrekpunt in een onlosmakelijke dialoog met het maken van werk. Het idee krijgt vorm tijdens het realisatieproces waarbij werken ook een vorm van denken is. Het object transformeert tot het een zekere precisie bereikt, tot alle ruis verdwijnt en zowel kunstenaar als kijker tot een ervaring komen. Hoewel zijn sculpturale voorstellen een zekere radicaliteit in zich dragen, zijn ze in geen geval steriel of louter conceptueel.
Zich inschakelend in de zoektocht van beeldmakers doorheen de tijd, brengt Casaer sculpturen die getuige zijn van precaire systemen, van twijfel, onzekerheden, verschuivingen, afwezigheid, of het falen van het beeld. Tegelijkertijd verhouden ze zich tot onze rechtstreekse omgeving. Zijn werken willen het beeld onderuithalen, de ervaring licht ontwrichten. Hij doet dit zonder al te grootse gebaren of waardevolle materialen, maar net door elementen uit de realiteit te gaan benaderen en eigen maken. In zijn recent werk herkennen we boeksteunen, dia kaders, draagstructuren, lege mallen en touwen, naast speelse vormen zoals een pretzel, brood, toblerone of vlag. Het zijn allen vormen die een sterke weerstand tegen abstractie en pure zelfreferentie in zich dragen. Ze worden door de kunstenaar steeds herwerkt en vertaald, tot er een uitzuivering en kritische afstand ontstaat. De mal, het kader of de steun zijn elementen die in verschillende combinaties terugkeren; ze maken deel uit van de condities van ‘de sculptuur’. Deze omhulsels krijgen een autonomie en bevragen zo ons systeem van waarden.
Het nieuwe werk dat Paul Casaer voor de vitrine van Hopstreet in het Rivoligebouw realiseert, vertrekt van de eigenschappen van de ruimte en de betekenissen die deze oproept. Het aanvankelijke uitstalraam, door de galerie later omgevormd tot kleine white-cube box, wordt door de kunstenaar opnieuw behandeld als vitrine die koopwaar aanprijst en voorbijgangers tot consumptie aanspoort. Het voorwerp van deze begeerte is inwisselbaar, ook al blijft de interactie dezelfde: er wordt getoond en gekeken, gelonkt en gegeerd, mogelijks bezweken. De kunstenaar prijst hier echter geen specifiek object maar focust op de dynamiek die de context genereert. In de vitrine presenteert hij enkel een schaalmodel van de vitrine zelf. Hij citeert de omgeving en verandert zo de betekenis. De spiegel die hij voorhoudt biedt geen volledig aansluitend beeld; hoewel de sculptuur amper afwijkt ontstaat er een verschuiving en commentaar op de context.
VITRINE, 2018 (EN)
Eva Wittocx
Paul Casaer’s sculptures depart from the known; they capture shapes from our daily surroundings. He transforms these shapes and places them in a different context, where they come across as both surprising and inviting, thereby questioning our viewing. Paul Casaer gives the notion of sculpture a central place in his oeuvre. He investigates the components that make up a sculpture and attaches a certain materiality. In his oeuvre, a conceptual departure point is always inseparably in dialogue with the making of the work. The idea takes shape during the realisation process and as a result, working becomes a form of thinking. The object transforms until it gains a certain precision, until all noise disappears and both the artist and the observer achieve an experience. Even though his sculptural proposals have a certain radical nature, under no circumstances are they sterile or merely conceptual.
Involving himself in the quest of image-makers throughout time, Casaer produces sculptures that witness precarious systems, which witness doubt, uncertainties, shifts, absence, or image failure. At the same time, his sculptures relate to our direct surroundings. His works want to subvert the image; slightly disrupt the experience. He does this without grand gestures or valuable materials. He approaches elements from reality and makes them his own. In his recent work we recognise bookends, slide frames, support structures, empty moulds and ropes alongside playful shapes like a pretzel, bread, Toblerone chocolate or a flag. These are all shapes that comprise a strong resistance to abstraction and pure self-reference. They are constantly reworked and interpreted by the artist until they’re stripped down and critical distance is created. The mould, the frame or the support are elements that recur in different combinations. They are part of the conditions of ‘the sculpture’. These shells are given autonomy and therefore they interrogate our value system.
The new work that Paul Casaer realised for the Hopstreet Window in the Rivoli Building departs from the properties of space and the meanings that space evokes. The artist treats the original display window, which the gallery later transformed into a small white-cube box, as a window that promotes merchandise and encourages passers-by to purchase something. The object of this desire is exchangeable but the interaction remains the same: there is a display that’s viewed, people ogle, desire and possibly succumb. The artist doesn’t laud a specific object; he focuses on the dynamics generated by the context. In the window, he only presents a scale model of the window itself. He quotes the surroundings and thus changes the meaning. The mirror that he holds up doesn’t offer a completely dovetailed image; though the sculpture scarcely deviates, a shift and remarks on the context arise.
VITRINE, 2018 (NL)
Eva Wittocx
De sculpturen van Paul Casaer vertrekken van het bekende, ze hernemen vormen uit onze dagelijkse omgeving. Hij transformeert ze vervolgens en introduceert ze in een andere context, waardoor ze tegelijk bevreemdend en uitnodigend overkomen, en zo ons kijken bevragen. Paul Casaer plaatst de notie van sculptuur centraal in zijn oeuvre. Hij onderzoekt de bestanddelen waaruit een beeld bestaat en hecht aan een zekere materialiteit. In zijn oeuvre staan een conceptueel vertrekpunt in een onlosmakelijke dialoog met het maken van werk. Het idee krijgt vorm tijdens het realisatieproces waarbij werken ook een vorm van denken is. Het object transformeert tot het een zekere precisie bereikt, tot alle ruis verdwijnt en zowel kunstenaar als kijker tot een ervaring komen. Hoewel zijn sculpturale voorstellen een zekere radicaliteit in zich dragen, zijn ze in geen geval steriel of louter conceptueel.
Zich inschakelend in de zoektocht van beeldmakers doorheen de tijd, brengt Casaer sculpturen die getuige zijn van precaire systemen, van twijfel, onzekerheden, verschuivingen, afwezigheid, of het falen van het beeld. Tegelijkertijd verhouden ze zich tot onze rechtstreekse omgeving. Zijn werken willen het beeld onderuithalen, de ervaring licht ontwrichten. Hij doet dit zonder al te grootse gebaren of waardevolle materialen, maar net door elementen uit de realiteit te gaan benaderen en eigen maken. In zijn recent werk herkennen we boeksteunen, dia kaders, draagstructuren, lege mallen en touwen, naast speelse vormen zoals een pretzel, brood, toblerone of vlag. Het zijn allen vormen die een sterke weerstand tegen abstractie en pure zelfreferentie in zich dragen. Ze worden door de kunstenaar steeds herwerkt en vertaald, tot er een uitzuivering en kritische afstand ontstaat. De mal, het kader of de steun zijn elementen die in verschillende combinaties terugkeren; ze maken deel uit van de condities van ‘de sculptuur’. Deze omhulsels krijgen een autonomie en bevragen zo ons systeem van waarden.
Het nieuwe werk dat Paul Casaer voor de vitrine van Hopstreet in het Rivoligebouw realiseert, vertrekt van de eigenschappen van de ruimte en de betekenissen die deze oproept. Het aanvankelijke uitstalraam, door de galerie later omgevormd tot kleine white-cube box, wordt door de kunstenaar opnieuw behandeld als vitrine die koopwaar aanprijst en voorbijgangers tot consumptie aanspoort. Het voorwerp van deze begeerte is inwisselbaar, ook al blijft de interactie dezelfde: er wordt getoond en gekeken, gelonkt en gegeerd, mogelijks bezweken. De kunstenaar prijst hier echter geen specifiek object maar focust op de dynamiek die de context genereert. In de vitrine presenteert hij enkel een schaalmodel van de vitrine zelf. Hij citeert de omgeving en verandert zo de betekenis. De spiegel die hij voorhoudt biedt geen volledig aansluitend beeld; hoewel de sculptuur amper afwijkt ontstaat er een verschuiving en commentaar op de context.
VITRINE, 2018 (EN)
Eva Wittocx
Paul Casaer’s sculptures depart from the known; they capture shapes from our daily surroundings. He transforms these shapes and places them in a different context, where they come across as both surprising and inviting, thereby questioning our viewing. Paul Casaer gives the notion of sculpture a central place in his oeuvre. He investigates the components that make up a sculpture and attaches a certain materiality. In his oeuvre, a conceptual departure point is always inseparably in dialogue with the making of the work. The idea takes shape during the realisation process and as a result, working becomes a form of thinking. The object transforms until it gains a certain precision, until all noise disappears and both the artist and the observer achieve an experience. Even though his sculptural proposals have a certain radical nature, under no circumstances are they sterile or merely conceptual.
Involving himself in the quest of image-makers throughout time, Casaer produces sculptures that witness precarious systems, which witness doubt, uncertainties, shifts, absence, or image failure. At the same time, his sculptures relate to our direct surroundings. His works want to subvert the image; slightly disrupt the experience. He does this without grand gestures or valuable materials. He approaches elements from reality and makes them his own. In his recent work we recognise bookends, slide frames, support structures, empty moulds and ropes alongside playful shapes like a pretzel, bread, Toblerone chocolate or a flag. These are all shapes that comprise a strong resistance to abstraction and pure self-reference. They are constantly reworked and interpreted by the artist until they’re stripped down and critical distance is created. The mould, the frame or the support are elements that recur in different combinations. They are part of the conditions of ‘the sculpture’. These shells are given autonomy and therefore they interrogate our value system.
The new work that Paul Casaer realised for the Hopstreet Window in the Rivoli Building departs from the properties of space and the meanings that space evokes. The artist treats the original display window, which the gallery later transformed into a small white-cube box, as a window that promotes merchandise and encourages passers-by to purchase something. The object of this desire is exchangeable but the interaction remains the same: there is a display that’s viewed, people ogle, desire and possibly succumb. The artist doesn’t laud a specific object; he focuses on the dynamics generated by the context. In the window, he only presents a scale model of the window itself. He quotes the surroundings and thus changes the meaning. The mirror that he holds up doesn’t offer a completely dovetailed image; though the sculpture scarcely deviates, a shift and remarks on the context arise.